Negatieve gedachten kunnen je het leven behoorlijk zuur maken. “Dit kan ik toch niet”. “Je zult zien dat ik het weer verpruts”. “De anderen zullen wel vinden dat ik het niet goed doe”. “Ik ben het niet waard”. “Dit gaat vast mis”. Enzovoort. Er zit een dramatische kletskous in je hoofd die gespecialiseerd in het vinden van kritiekpunten en doemscenario’s. En als die gedachten maar vaak genoeg door je hoofd spoken, ga je ze nog geloven ook.
Natuurlijk is het heus wel eens goed om kritisch naar jezelf te kijken. Dat kan op een opbouwende manier, zodat je weet hoe je iets de volgende keer beter of prettiger kunt doen. Daar word je dan echt blij van, het maakt energie vrij en je voelt dat je op de goede weg bent. De zelfkritische gedachten die ik hier bedoel roepen nare gevoelens op, die weer tot meer van zulke gedachten leiden en zo gaat het verder. Je wordt er doodmoe van en je schiet er niets mee op. Erger nog: ze ontnemen je het zicht op de kern van wie je eigenlijk bent. Je zou het ‘ruis’ kunnen noemen.
Vanuit mijn eigen ervaring (o.a. met depressie, waarbij dit verschijnsel extra sterk is) en ervaringen met cliënten heb ik een paar tips opgeschreven die je misschien kunt gebruiken als je last hebt van teveel negatieve gedachten*. Alle tips zijn gebaseerd op één principe: een halt toeroepen aan het letterlijke geloof dat je aan die gedachte hecht.
- Hoor je de kritische gedachte als een zinnetje in je hoofd? Bijvoorbeeld: “je kunt er niets van”. Zodra je dat zinnetje in je hoofd hoort, ga je er niet op in, maar draai je de woorden van het zinnetje om: “van niets er kunt je”. Dat is zo dwaas, dat de piekercyclus meteen is doorbroken.
- Alleen het laatste woord omdraaien. Ik had eens een cliënt die alles had wat zijn hart begeerde: een lieve vrouw, een prachtig huis en heel veel fijne dieren waar hij erg van hield. Toch was hij niet gelukkig en daar leed hij onder. Als ik hem uitnodigde om contact te maken met de positieve kant, liep hij steeds vast, omdat hij er bij elke positieve gedachte meteen het woordje ‘maar’ erachteraan gooide. Ik heb hem de suggestie gegeven om dat dan om te keren naar ‘raam’. Daardoor werd het automatische denkpatroon doorbroken. En het was ook nog een positief beeld, want een raam biedt uitzicht en frisse lucht als je het open zet. Dit was zo’n gekke tip dat het nog werkte ook!
- Je bent niet wat je denkt, geloof je gedachten niet! Het zijn impulsen in je hersenen en je hoeft er niet op in te gaan. Elke gedachte die in je opkomt, kun je projecteren in een wolkje, alsof het een tekstballonnetje is. Dit wolkje of ballonnetje laat je vervolgens wegdrijven. Je bent niet je gedachten (de wolkjes), je bent de blauwe lucht waar deze gedachten in ronddrijven.
- Er niet tegenin gaan. Dat is een goede voor doemdenken. Als je in je auto op de snelweg rijdt en je denkt “‘ojee, straks krijg ik een ongeluk”, dan helpt het mij om daarop te reageren met: “ja, dat kan”. Dat geeft rust. Natuurlijk is het leven niet zonder risico’s. Het helpt alleen niet om daar bij voorbaat al hele scenario’s voor te gaan bedenken, als je al de verstandige dingen doet zoals afstand houden, niet appen en je veiligheidsriem om doen.
- Ernaar luisteren. Onze eerste neiging is om negatieve gedachten weg te duwen of … er negatief over te oordelen (alsjeblieft, een dubbele portie!). Als je dan vervolgens ook nog gaat piekeren over het feit dat je zo negatief over jezelf oordeelt….dan komt er geen einde aan. Laten we het eens van een heel andere kant bekijken: wat willen die gedachten me eigenlijk vertellen? Om daar achter te komen, ben ik in gesprek gegaan met de stem van mijn negatieve gedachten. Eens voelen wat voor type dat is. De dialoog ermee aangaan. Vragen wat hij (die kritische stem) nu eigenlijk van me wil? En dan voel ik hoe angstig deze stem is…hij wil alleen maar dat ik overleef, dat ik geen nare dingen meemaak. Hij wil me voor alles behoeden. Dat is heel lief van hem en als ik daarbij stilsta, ontroert het me ook wel. En, wat meer is, als ik daar wat beter naar zou luisteren, of in elk geval zijn stem bij mijn beslissingen laat meewegen, dan hoeft hij ook niet zo door te drammen en te overdrijven. Dan kan hij zijn input voegen bij de andere stemmen die er ook zijn, zoals mijn enthousiasme en mijn creativiteit. Zonder aan het stuur te zitten, want dat doe ik liever zelf.
- Lekker zitten met de poes op schoot, mijn aandacht alleen bij het gevoel van het warme lijf op mijn benen en mijn hand over haar zachte vacht. Poes heeft helemaal niets met mijn negatieve gedachten. Ze drogen langzaam op om plaats te maken voor een tevreden samen-zijn.
- Ik ga bij ze zitten, met alle gevoelens en gedachten die in me opkomen, zonder deze weg te drukken of er op in te gaan. Langzamerhand, beetje bij beetje, maakt het ontspannen gevoel van ‘zijn’ dat in de kleine kudde heerst, zich ook van mij meester. De paarden zijn groot en warm en ruiken naar paard, naar aarde, naar hooi. Kalmerend. De kritische, veroordelende gedachten drijven langzaam weg naar de achtergrond, mijn waarneming van de omgeving wordt helderder. De gedachten die omhoog komen hebben nu eerder de vorm van ideeën of inzichten. Ontroering, ontspanning. De paarden ontspannen met mij mee, ze kauwen en likken hun lippen. Of komen naar me toe om me met hun neus even aan te raken. Ik ben weer bij mezelf thuis.
Dit zijn er zeven maar er zijn er veel meer te bedenken (en op internet te vinden). Wees er lekker creatief mee en kijk wat voor jou werkt!
*Noot: het verstrikt raken in negatieve gedachten kan een onderdeel zijn van persoonlijke problemen waar je mee worstelt. Het leren omgaan met negatieve gedachten maakt dan deel uit van de oplossing, naast wat er verder nog nodig is.